Sinds de start van mijn camino heeft het niet geregend.
Ook deze dag werd weer prachtig weer verwacht. Met een temperatuur van ongeveer 22 graden.
Geweldig wandelweer.
De opkomende zon verlichtte de weg voor mij. De vogels ontwaakten en floten de melodie van despacito. Ik had zin in de dag.
Maar na nog geen km voelde ik het. Mijn benen waren zwaarder dan anders..
Ik had slechte benen zou een wielrenner zeggen.
Mijn eigen lange schaduw werd een donkere kleverige massa waar ik mijn schoenen bij iedere stap uit los moest wrikken.
Ik voelde een misselijkheid opkomen. het borrelde in mijn maag.
Gelukkig werd het niet erger. Maar ook niet beter. Die dag kon ik nergens van genieten.
Alweer die eindeloos lange wegen. De middagzon bonste als een skippybal op mijn hoofd. Bah. Ik was moe, zo verschrikkelijk moe.
Na 18 km lang in mezelf mopperen splitste de weg zich in wegen. Die op hun beurt weer overgingen in straten. Ik zag mensen met kinderwagens of fototoestellen. Waar was hun rugzak?
Ik sprong nog net weg voor een toeterende auto. De automobilist reed onverschillig verder.
Om de hoek zag ik een majesteuze cathedraal. Geroezemoes kaatste over het plein. Vanaf terrasjes klonken koffiekopjes die op hun schotels werden gezet.
Een windmolen-op-een-stokje-verkoper trok mijn aandacht. Hij herinnerde me aan Scheveningen. Lang geleden, aan de hand van mijn ouders op weg naar de pier.
Ik was aangekomen in León. De grote stad blies langzaam nieuwe energie in mijn geest. Maar mixte er tegelijkertijd wat weemoed doorheen.
Mijn Duitse vriendin en ik kozen een hostel. Dat is net iets luxer dan een herberg.
Na een frisse douche was ik er weer helemaal bovenop.
Behalve op de camino maak ik niet veel stappen. Echt niet.
Dus we knikten naar elkaar. En als partners in crime stapten we in een oubollig toeristentreintje.
Heerlijk om zo rondgereden te worden. Geluk zit in eenvoud.
De avonden worden langzamerhand koud. Tegen de tijd dat ik ga slapen is het een graad of 10. 's Nachts daalt de temperatuur naar ongeveer 5 graden.
Maar ik heb een geheim wapen. Vond ik het aanvankelijk een beetje gênant, nu ben ik blij met mijn kruik. Jawel, ik sleepte hem 2000 km mee.
Laat ze maar een beetje meewarig lachen. Ik herken heus wel jaloerse blikken hoor. Welterusten.
Dag 10
León lijkt alweer lang geleden.
Zo slecht als het gisteren ging, zo goed loop ik vandaag. Na 27 km is de drukke stad alweer ver weg. Weg en stil, alsof iemand er een deken overheen legde.
We arriveerden bij een herberg in San Martin. Het ziet er knus uit. Er is plaats voor 8 personen. Het kost 8 euro. En voor 8 euro krijg ik een maaltijd. De vrouwelijke herbergier kookt voor ons met ingrediënten uit haar eigen tuin. Zou ze 88 zijn? Dan zal over 11 jaar alles 1 euro duurder zijn. Nog altijd geen geld.
Op enig moment veranderen nationaliteiten in namen. Dan loop je niet meer met een Duitse dame, maar met een persoon die ik in enkele dagen goed heb leren kennen. Na morgen zal ik Danie niet meer zien. Dan zal ze versneld naar Santiago lopen. Ze loopt dan grotere afstanden om niet in tijdnood te raken. Wie prikt daarna mijn blaren door? Natuurlijk, het gaat mij op de camino niet om vrienden te maken. Maar hoe hou je dat tegen? ik weet nu al dat ik haar zal missen.