Mijn steenkolen Engels vond ik zo slecht nog niet. We spraken over zijn Nederlandse vrienden. De volgende ochtend vertrokken we, nog voor zonsopgang. Toen het licht werd zette hij er een flinke pas in en verdween uit het zicht.
Zo gaat dat op de camino. Ieder gaat zijn eigen weg in zijn eigen tempo.
Mesetas zijn langgerekte hoogvlaktes. Voor mij zijn het weidse vergezichten. Met lange stenige wegen die ergens achter de horizon gewoon verder slingeren.
De rugzak trok flink mijn rug. Mijn linkerarm tintelde. Ik had het gevoel dat ik de wegen beklom in plaats van bewandelde.
En als er geen heuvels waren, dan waaide het wel flink.
Ik huilde stiekem. Meer dan eens. 'Is het nog ver?', spookte het net als vroeger door mijn hoofd.
Na 20 km doemde de herberg op. Ik stapte zo snel ik nog kon erop af. Bang dat ie als een fata morgana zou oplossen.
Het was een mini paradijsje. De herberg had een mooie grote tuin. Met een onnatuurlijk heldergroen grasveld, ommuurd met terracotta. De blauwpaarse lavendel deinde tegen de struiken vol rode rozen.
Boven me dreven witte wolken in een verder strak blauwe lucht. In de verte lagen de bruine heuvels waar de grijze veldwegen uit groeiden.
De kleurenwaaier maakten me weer helemaal mens. Of voelde ik me gewoon tinky winkie?
Na een heerlijk bord paella en mijn nieuwe vrienden, euh peregrinos, verscheen de kok. Hij keek rond. Plotseling bulderde er gezang uit zijn mond.
Waar ik thuis niet tegen geluid en licht kan, werd ik er nu blij van.
De kok bleek een ware entertainer.
We aten in zijn huiskamer. Hij vertelde een liefdesverhaal. Lang geleden ontmoette hij zijn vrouw op de camino. Hij gooide het roer om en begon spontaan een nieuw leven.
Ik leerde een nieuwe waarheid. De camino begint pas als je thuiskomt. Ik huilde weer stiekem.
De volgende dag startte ik rustig. Ik zag nu al veel peregrinos met blessures. Ik wil het rustig opbouwen.
Nog geen 10 km verder was ik bij mijn volgende herberg. En oooohh... dat zalige voetenbadje op de mooie daktuin.
Ik ontmoette een aardige vrouw. Ze kwam uit Vancouver en had vrienden in .... Heerlen. Samen aten we paella. De gastvrije herbergier gaf ons een rondleiding door de wijnkelder.
Vanmorgen stond ik om 6 uur op. Dat is hier een normale tijd. Ik kom langzaam in het ritme. Opstaan, aankleden, ontbijten, en de rugzak voor de 10e keer inrichten. Ik voel een sleur ontstaan ;-)
De eerste 10 km zwoegde ik weer bergop. Daarna ging het makkelijker.
Ik pauzeerde op een terrasje en herkende allerlei gezichten. Dat was apart.
De camino heeft iets fascinerends. Soms lijkt de vreemde omgeving vertrouwd.
Maar als je uiteindelijk arriveert is het allemaal zo groot en onpersoonlijk. Als je tussen de mensenmassa alleen je weg moet zoeken dan komen de tranen.
En dan wil ik nog maar één ding.. naar huis. Morgen zal dat wel weer anders zijn. Misschien kies ik om toch iets verder te wandelen waardoor ik minder vrije tijd heb.
Want de camino geeft antwoorden, de herbergen niet...